Op weg naar mijn wekelijkse zanguurtje hoor ik een hit uit 1936, “Daar bij die Molen”. Tot mijn verbazing zingt de hele zaal uit volle borst mee. Shit, nu ben ik te laat.
Ik loop namelijk op de Bloemenhof, een afdeling van de Eeshof in Tubbergen. Even voor de jongeren: schuin tegenover de Canisius, bruggetje over, langs de zuster met koffer (zij kwamen om te dienen) en dan zo regelrecht naar de hoofdingang. Goed om te weten voor wie straks op maatschappelijke diensttijd mag.
Het is 11 uur in de ochtend en ik schuif ongezien aan. Het lijken de Arbeidsvitaminen wel. Iedereen zingt mee. Zelfs verzorgster Marijke, maar ze is dan ook zangeres en wereldberoemd in Tubbergen.
Waar was ik gebleven? O ja, ik weet het weer, “Daar was laatst een meisje loos”. Het wordt gespeeld op een trekharmonica door een meisje van ongeveer 65 lentes. Iets in mij zegt dat ik haar ken van vroeger.
Dan ineens weet ik het weer. Begin jaren ‘70, ijsbaan ‘t Landriet in Geesteren. Knap meisje, zwart lang haar. Ze maakte pirouettes op kunstschaatsen met witte schoenen. Ze kwam volgens mij uit Harbrinkhoek, haar naam was ehm, ehm… Linette, maar daar twijfel ik aan.
Gek dat je sommige details nooit vergeet, ze zitten op de ‘harde schijf’, zegt mijn geriater, maar af en toe kun je er ook even niet bij. Dat hoort allemaal bij het ouder worden.
Maar waar was ik ook alweer? O ja, Daar bij de waterkant van Eddy Christiani uit 1954. Het wordt gezongen door 20 zangtalenten op leeftijd met op de achtergrond weer die prachtige meedeinende akkoorden van de trekharmonica.
Alleen de muzikante heeft bladmuziek, de rest kent alle liedjes uit het hoofd. En de bevlogen dirigente (ook nog een jonkie) heb ik eerder gezien. Ergens in Albergen. Haar man was in een ver verleden prins carnaval in Bökkenlaand en volgens mij heet ze ehm, ehm… Ria… Mensink, maar kan ook Bouwhuis zijn.
Na afloop van de voorstelling word ik aangesproken door de muzikante, ze kent mij nog van vroeger. Ze is een van de vele vrijwilligsters die het leven van ouderen net even iets leuker maakt.
Ze noemt zelfs mijn voornaam en zegt dat ik zangtalent heb, terwijl ik nog steeds haar naam niet weet en zingen kan ik al helemaal niet. Dat had vroeger ook geen prioriteit op Aloysiusschool in Albergen. “En in de kerk?” vraagt ze. Tja, vroeger gingen we voor het zingen de kerk uit, maar dat durfde ik niet tegen haar te zeggen.
Soms lijkt het wel alsof ik vergeetachtig word, maar dan zegt iedereen dat het nog reuze meevalt. Nu ben ik elke woensdag van de partij. Vandaag alweer drie nieuwe liedjes gezongen: “Daar bij die molen, Daar was laatst een meisje loos” en nog een, die ben ik vergeten. Iets met water.
Volgende week zijn ze er weer, mijn toppers, het meisje met de trekharmonica en de dirigente. Oude tijden herleven… haha, nu weet ik gelijk weer haar naam: Sjoukje Dijkstra!
J. Kwibus