RTV Oost heeft vandaag de testresultaten bekend gemaakt van de kunstgraskorrels van zeventien kunstgrasvelden in Overijssel, waaronder het kunstgrasveld van STEVO.
De rubbergranulaat korrels zijn in opdracht van RTV Oost onderzocht aan het Duitse instituut TÜV Rheinland in Keulen. RTV Oost laat zich in haar berichtgeving leiden door toxicoloog Henk van de Berg (Universiteit van Utrecht). Deze toxicoloog pleit ervoor dat kunstgras rubbergranulaat korrels gecategoriseerd worden onder de veel strengere regels die gelden voor onder andere consumentenproducten (als bijvoorbeeld kinderspeelgoed).
Andere toxicologen, zoals bijvoorbeeld emeritus professor toxicologie Gerard Mulder van de Universiteit Leiden, noemen alle uitlatingen over het in de ban doen van kunstgrasvelden lsquo;erg extreemrsquo;. Er is volgens hem geen reden voor paniek.
Het kunstgrasveld bij STEVO is destijds ingestrooid met gecertificeerde rubbergranulaat korrels, die ruim binnen de destijds door het RIVM opgestelde richtlijnen vallen. Ook de in opdracht van RTV Oost uitgevoerde test geeft dat resultaat.
STEVO blijft derhalve het advies van het RIVM en de Vereniging Sport en Gemeente volgen; een positief advies op het gebruik van de rubberkorrels, omdat er tot op heden geen aangetoonde gezondheidsrisicorsquo;s zijn. STEVO ziet dan ook vooralsnog geen redenen om af te wijken van dit advies en is in afwachting van de uitkomsten van het door het RIVM ingestelde onderzoek.
Status onderzoek RIVM
Onlangs zijn de laatste monsterafnames gedaan door het RIVM. In totaal zijn honderd kunstgrasvelden met rubbergranulaat bemonsterd, waarbij naast voetbalvelden ook enkele korfbalvelden en Cruijff-courts in de steekproef zijn meegenomen. De steekproef is een willekeurige selectie van locaties in Nederland, de leverancier van het materiaal, de ouderdom van het rubbergranulaat en de frequentie van het gebruik. Hiermee vormt de steekproef een representatieve afspiegeling van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat in Nederland.
Alle monsters worden standaard geanalyseerd op risicovolle stoffen waarvan al bekend is dat die in rubbergranulaat kunnen zitten. Dit zijn PAK's, zware metalen, vluchtige organische stoffen en Ftalaten (weekmakers). In eerdere studies is ook naar deze stoffen gekeken. Daarnaast wordt er aanvullend onderzoek gedaan aan een beperkte set van monsters. Deze proeven kosten tijd en zijn arbeidsintensief. Om er zeker van te zijn dat er geen verdachte stoffen over het hoofd worden gezien wordt een "General unknown screening" uitgevoerd. De focus ligt daarbij op het detecteren van eventuele stoffen waar niet standaard naar gekeken wordt.
Parallel aan het veldonderzoek is het RIVM ook op andere manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties. Deze bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek waarmee duidelijk moet worden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.
De eerste resultaten van het onderzoek van het RIVM worden medio december 2016 verwacht. Zie voor veel voorkomende vragen over rubbergranulaat de publicatie hierover van het RIVM; http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Veelgestelde_vragen/Milieu_Leefomgeving/Alle_veelgestelde_vragen_over_Rubbergranulaat:_T6YgwU2TSusqdNQYz33nQ
Bestuur STEVO
Bron: Stevo Voetbal